Naast het vaste koolstofgehalte en het asgehalte van de carburator, hebben ook de deeltjesgrootte van de carburator, de wijze van toevoegen, de temperatuur van het vloeibare ijzer en het roereffect in de oven en andere procesfactoren een significante invloed op de carburatie-efficiëntie.
Bij productieomstandigheden spelen vaak veel factoren tegelijk een rol. Het is moeilijk om de impact van elke factor nauwkeurig te beschrijven. Door middel van experimenten moet het proces geoptimaliseerd worden.
1. Methode toevoegen
Carburatiemiddel wordt samen met de metaallading in de oven geladen. Door de lange inwerkingstijd is de carburatie-efficiëntie veel hoger dan bij het toevoegen van vloeibaar ijzer.
2. Temperatuur van vloeibaar ijzer
Wanneer de ijzerrecarburator aan de zak en vervolgens aan het vloeibare ijzer wordt toegevoegd, zijn de koolstofefficiëntie en de temperatuur van het vloeibare ijzer van belang. Onder normale productieomstandigheden, wanneer de temperatuur van het vloeibare ijzer hoger is, is de koolstof beter oplosbaar in vloeibaar ijzer en is de carburatie-efficiëntie hoger.
3 carburator deeltjesgrootte
Over het algemeen zijn de carburantdeeltjes klein, is hun contactoppervlak met het vloeibare ijzeroppervlak groot, waardoor de efficiëntie van koolstof hoger zal zijn, maar de fijne deeltjes oxideren gemakkelijk door zuurstof uit de atmosfeer en vloeien ook gemakkelijk weg door convectie van lucht of rookgassen. Daarom is een carburantdeeltjesgrootte van de onderste grenswaarde van 1,5 mm aan te raden en mogen er geen fijn poeder kleiner dan 0,15 mm tussen zitten.
De deeltjesgrootte moet worden gemeten aan de hand van de hoeveelheid gesmolten ijzer die tijdens de werking kan oplossen. Als de carburator samen met de metaallading wordt toegevoegd tijdens het laden, is de werkingstijd van koolstof en metaal lang, kan de deeltjesgrootte van de carburator groter zijn en kan de bovengrens 12 mm bedragen. Als het ijzer aan het vloeibare ijzer wordt toegevoegd, moet de deeltjesgrootte kleiner zijn; de bovengrens is over het algemeen 6,5 mm.
4. Roeren
Roeren is gunstig om het contact tussen de carburator en het vloeibare ijzer te verbeteren en de carbonisatie-efficiëntie te verbeteren. Wanneer het carburatiemiddel en de lading samen in de oven worden gebracht, ontstaat er een geïnduceerde stroom, wat het carbonisatie-effect verbetert. Voeg het carburatiemiddel toe aan de zak. Het carburatiemiddel kan op de bodem van de zak worden geplaatst, zodat het ijzer direct stomp wordt wanneer het vloeibare ijzer het carburatiemiddel afstompt, of continu in de vloeistofstroom, en niet op het vloeistofoppervlak van de zak na het ijzer.
5 vermijd het carburerende middel dat in de slak zit
Als het carburerende middel in de slak zit en niet in contact mag komen met vloeibaar ijzer, zal dat uiteraard het effect van het carbureren ernstig beïnvloeden.
Geplaatst op: 22-10-2021